Hoofdstuk 151 151
"Ik reken erop," glimlachte Cullen terug. Toen ze bovenaan de hoofdtrap een hoek omgingen, zag Cullen Cadifor. Hij stond met een aantal grotere mannen en wist nog steeds met kop en schouders boven hen uit te steken terwijl hij heftig ruzie maakte over een punt dat Cullen niet kon verstaan.
Cadifor gromde boos toen Cullen dichterbij kwam. "Je kunt toch niet geloven dat ze ons de waarheid vertellen? Ze houden op zijn minst informatie achter, zo niet liegen ze gewoon."
"We hebben tot nu toe geen enkele reden gehad om aan hun waarheidsgetrouwheid te twijfelen," klonk een hooghartige toon. De man die sprak was lang en dun, slungelig, met krullend donker haar en glazige groene ogen. Hij klonk bijna verveeld door het gesprek, in schril contrast met Cadifors felheid.