Hoofdstuk 63
"Heb je honger?" vroeg Valens toen we bij het penthouse aankwamen.
Het was precies hoe ik het achterliet voordat ik naar het ziekenhuis ging. Het voelde zo onwerkelijk om te weten dat sommige dingen hetzelfde bleven terwijl mijn leven voorgoed was veranderd.
"Nee," antwoordde ik Valens' vraag, terwijl ik in bed stapte. Ik begroef mijn gezicht in een kussen en sloot mijn ogen, alles buitensluitend. "Doe de lichten uit," mompelde ik. "Allemaal," voegde ik toe toen hij één licht aan liet. Hij deed het uit en de plaats werd pikkedonker.