Hoofdstuk 62
Als ik bij het gebied buiten het bos aankom, waar ik ze moet ontmoeten, test ik de spreuk die Winnie over me heeft uitgesproken en denk ik aan het team dat me helpt. "Is iedereen er?" Ik hoorde: "Ja, we zijn er allemaal." Yara zei: "Goed. Houd mijn meisje in de gaten. Ik ben geen moer waard als we een shot wolfsbane krijgen." Daniel zei: "Ik weet het, Yara, breng ons meisje gewoon naar huis." Ze zei: "Dat zal ik doen, als ik kan. Jullie moeten ons gewoon in de gaten houden. Ik vertrouw deze situatie helemaal niet."
Ik liep door tot ik mijn ouders vastgebonden aan een boom zag. Ik rende naar ze toe, maakte ze los en zei dat ze moesten rennen. Mijn vader omhelsde me en zei: "Dit had je niet moeten doen." Ik zei: "Je moet nog twee meisjes opvoeden. Ik moet dit doen. GA!" Mijn vader rende dezelfde kant op als mijn moeder, toen voelde ik een aanwezigheid achter me: "Dus, dit is de Luna die Luna Diana helemaal opwindt. Je ziet er niet uit alsof je iemands kont zou kunnen schoppen."
Ik draaide me om naar de heks. Ik vroeg: "Ken ik jou?" Ze zei: "We hebben elkaar nog niet ontmoet. Mijn naam is Esme. Ik ben de koningin van de Duistere Heksen." Ik zei: "Hmm... Nooit van je gehoord. Je bent vast niet erg belangrijk." Ze probeerde een bliksemschicht mijn kant op te sturen, maar ik ontweek hem en stuurde er zelf een, die haar in haar gezicht raakte. Ze greep naar haar gezicht en begon te schreeuwen: "Hier krijg je spijt van! Grijp haar!" Toen hoorde ik een hoop geschreeuw van vampieren die me probeerden te grijpen. Winnie's bubbel werkte. Ik dacht: "Ze weet nu van de bubbel."