Hoofdstuk 72
Avery's perspectief
Het is pas twee dagen geleden dat ik uit het ziekenhuis kwam, maar ik voel me al zoveel beter en absoluut sterker. Ik ben weer aan het sporten. Ik ben 's avonds aan het sparren met Daniel om mijn gewicht zo laag mogelijk te houden. Ik heb ook vreemde trek. Zoals nu, ik heb zin in augurken en pindakaas. Ik weet niet precies waarom, maar Yara heeft er helemaal de pest over in.
"Meisje," zei ze, "als je dat in je lichaam stopt, moet ik kotsen!" Ik zei: "Je kunt niet kotsen. Je hebt geen fysiek lichaam." Ik begon het te eten en ze zei: "Wedden?" en ik rende meteen naar de badkamer en kotste alles uit wat ik net had gegeten. Ik zei: "Echt waar, Yara?" Ze zei: "Ja. Dat was de smerigste troep die ik je ooit heb zien eten. Probeer het niet nog eens." Ik zei: "De pups hebben vast zout en eiwitten nodig." Ze zei: "Eet dan wat gedroogd vlees. Maar niet dat troep." Ik ging naar de keuken en pakte een stukje gedroogd rundvlees. Ik probeerde een hap en het was precies goed. Yara zei: "Zie je wel, je trek hoeft niet walgelijk te zijn."