Hoofdstuk 51 Een universeel ding
ADANSTEEN.
Ik gooide de envelop met geld op mijn bureau zonder mijn ogen van Blade af te halen. Hij keek er alleen naar, maar pakte hem nog niet op.
“ Je mag gaan. Ik bel je gewoon als ik nog iets nodig heb.”
ADANSTEEN.
Ik gooide de envelop met geld op mijn bureau zonder mijn ogen van Blade af te halen. Hij keek er alleen naar, maar pakte hem nog niet op.
“ Je mag gaan. Ik bel je gewoon als ik nog iets nodig heb.”