Hoofdstuk 98
We namen afscheid van Alpha Erick en Alpha Ryne, en daarna stapten Alpha Arnou, de kinderen, Daniel en ik in een busje en vertrokken naar de mensenstad. Onderweg merkte ik dat Anna onrustig was. Ik pakte haar hand en hield die vast. "Lieverd," zei ik. "Alles komt goed. Ik weet zeker dat het allemaal goed komt. Je moeder wist dat je vader een weerwolf was. Ze moest weten dat jullie ook wolven konden zijn." Ze zei: "Maar waarom heeft ze het ons nog niet verteld?" Ik zei: "Schatje, ze is een mens. En kijk eens waar je woont, met al dat gepraat over de Rougarou. Ik weet zeker dat het was om je te beschermen. Er is veel waar ze niets van afweet, wat betreft dingen die gebeuren met jonge wolven. Jullie hebben een roedel nodig, anders worden jullie gek."
We kwamen aan bij het stadhuis en de gemeenteraad was er, maar alleen Stevens ouders waren er. Alpha Arnou bedankte hen dat ze hem naar de groep hadden laten komen. Ze zeiden: "We kijken ernaar uit om de video te zien. Deze jongens hebben talent." Alpha Arnou zei: "Dat hebben ze zeker. De video is geweldig. We waren erg onder de indruk van hoe ze ons hebben neergezet. Ze zijn erin geslaagd om onze geschiedenis erin te verwerken, maar ook hoe we zijn en onze cultuur." Ik omhelsde Steven en zei: "Alpha Daniel en ik vertrekken later vandaag, maar ik wil je graag onze contactgegevens geven voor het geval je ooit in Arkansas of Missouri bent. Laat het ons weten als je hulp nodig hebt." Ik gaf hem een papiertje met onze gegevens erop. Hij glimlachte en zei: "Kan ik je bellen als ik moet praten?" Ik zei: "Vooral dan." Iedereen lachte en ze draaiden zich om en vertrokken.
Ik zei: "Zijn er geen andere ouders op komen dagen?" Adrian zei: "Onze moeder verlaat zelden het huis. Ze rouwt nog steeds om onze vader."