Hoofdstuk 20
*BIJ*
…Ik wijs je af!
Ik sloeg met mijn vuisten op het bureau en duwde mezelf ervan af. Die woorden, die onzekere woorden, uitgesproken met angst en haat, bezorgden me een raar gevoel in mijn hart. Ik wreef met mijn vuist over mijn borst van ergernis en tegen beter weten in liep ik naar de kamer waar mijn partner opgekruld in bed lag.