Hoofdstuk 21 Karma
De ochtend kwam veel te snel naar mijn zin. Na een nacht waarin ik talloze keren wakker was gemaakt, alleen maar om de verpleegsters mijn vitale functies te laten controleren, voelden mijn ogen aan als schuurpapier. Ik dacht dat mensen in het ziekenhuis met je zouden meeleven en je zouden laten uitslapen, maar het tegenovergestelde is waar. Ze zeggen dat je moet rusten, maar dat staat ze niet toe, omdat ze constant je kamer in en uit lopen.
Het is half acht 's ochtends en er is weer een verpleegster in mijn kamer. "Goedemorgen, Isabella! Mijn naam is Joan, en ik ben je verpleegster voor deze dienst." Haar glimlach is warm en oprecht, maar dat kan me op dit moment niets schelen. Voor mij is ze het werk van de duivel!
"Het is niet goed als ik niet kan uitslapen, en we allebei zien dat dat niet gebeurt," grom ik en duw dan mijn gezicht naar beneden, in het zachte kussen.