Hoofdstuk 32 Onderwerp je aan mij
Mijn slaap werd verstoord door het krakende geluid van de openzwaaiende deur, dat mijn oor bereikte. Ik had moeite om mijn ogen te openen, omdat het licht dat uit de deur kwam, door mijn gesloten oogleden heen drong.
De koude vloer waarop ik lag was keihard en elke centimeter van mijn lichaam deed vreselijk pijn. Ik kreunde zachtjes, mijn zintuigen ontwaakten langzaam voor de harde realiteit om me heen. Ik weet niet zeker of er uren of dagen waren verstreken terwijl ik bewusteloos op deze vloer lag.
Het laatste wat me overkwam, was dat Damien me bijna probeerde te vermoorden in naam van straf. Ik verloor het bewustzijn en sindsdien zit ik opgesloten in dezelfde kamer.