Hoofdstuk 159 Boek 4: Vierendertig
Michael maakte zich klaar voor zijn vergadering die over een uur zou beginnen. Hij pakte snel zijn dossiers en verliet zijn kamer, in de hoop nog even snel met Emily te kunnen ontbijten voordat hij vertrok. Hij had al besteld in het restaurant en hoopte dat het klaar zou zijn tegen de tijd dat ze er waren. Hij slaakte een zucht en klopte zachtjes op haar deur, maar na een paar seconden wachten en zonder antwoord, klopte hij opnieuw, dit keer harder. Een paar seconden later werd de deur opengegooid door een echt slaperige Emily. Hij grinnikte en trok een wenkbrauw op. "Laat naar bed?"
Emily geeuwde op een manier die niet bepaald vrouwelijk was en liet merken dat het haar niets kon schelen wat hij dacht. "Sommigen van ons vonden het moeilijk om te slapen, zelfs nadat we naar bed waren gegaan. Ik heb met de kinderen gefacetimed en mama kan, weet je wel, iets heel anders zijn."
Michael glimlachte. "Nou, aangezien je duidelijk nog steeds slaap nodig hebt, laat ik je maar met rust."