Hoofdstuk 108 Boek 3 zeven
"Waar is je ring?" vroeg Michael en Emily verstijfde.
Ze keek meteen naar haar hand en staarde vol afschuw naar haar ringvinger. Waar is haar ring? Ze had haar ring nooit afgedaan, dus waar is hij dan? Terwijl haar gedachten op hol sloegen, voelde ze Michaels blik nog steeds op haar gericht: "Eh... ik denk dat hij in de keuken hoort te liggen. Ja, daar hoort hij te liggen. Ik he... deed hem af toen ik he... ik was he... deeg aan het maken, ja. Ik deed hem af en legde hem op het aanrecht, ik was alleen vergeten hem terug te doen. Ik haal hem morgen wel, ik ben nu zo moe om naar beneden te gaan," ze nestelde zich in zijn armen en bad dat hij niet aanbood hem voor haar te gaan halen.
Michael kuste haar slaap en knuffelde haar. "Als het te moeilijk voor je wordt, kunnen we de huishoudster bij je laten wonen, dat zou ze tenslotte geweldig vinden," zei hij terwijl hij over haar wang streek en verdronk in haar schoonheid.