Hoofdstuk 119
"Dat zal ik niet doen."
Ik keek met grote ogen toe hoe hij wegliep. Sterker nog, ik kon mijn ogen niet eens van zijn brede rug afhalen tot hij uit het zicht was, en zelfs toen kon ik niet wegkijken van waar hij verdween tot de barista onze bestelling riep.
Toen ik terugkwam bij onze tafel, was ik nog steeds aan het duizelen van het gesprek.