Hoofdstuk 21
Ik ben niet goed in veel dingen, maar ik ben vooral slecht in mezelf voorliegen. Ik vond het vreselijk om toe te geven, maar mijn karakter liet me geen keus. Ik was nerveus en bang toen Clover arriveerde.
Haar schoonheid was over de hele wereld bekend. Ze had de maniertjes van een prinses en de verborgen kracht van honderd doorgewinterde krijgers. Vergeleken met haar was ik niets meer dan een lafaard. Ze was de perfecte persoon om zijn partner te zijn en ik vreesde dat met haar komst mijn tekort nog duidelijker zou worden.
Ik was die ochtend zo afgeleid dat ik op Astrids tenen stapte toen ik een dienblad met eten dat voor haar mannen bedoeld was, van haar aannam. De klap die ik kreeg, zorgde ervoor dat mijn oren een uur lang suisden.