Hoofdstuk 93
"Je gaat met ons mee," zei de langste van de twee mannen. Hij stond vlak naast mijn bed. Er waren geweren op me gericht vanuit twee verschillende hoeken. Eén verkeerde beweging en het zou adieu zijn.
"Ik heb de opdracht gekregen om thuis te blijven." Ik haalde mijn schouders op.
Er zou geen verkeerde zet zijn. Ik voelde een diepe kalmte in mij en dat had niets te maken met de korte slaap waar ik net uit ontwaakte. Er zou geen verkeerde zet zijn. Ik kon bijna zien hoe alles zou aflopen.