Hoofdstuk 69 Boek 2 negenentwintig
Michael schrok toen de deur van zijn kantoor open werd gegooid. Toen hij zijn moeder zag, keek hij op naar de indringer en kon hij een zucht niet onderdrukken.
Elena liep naar voren en ging op de stoel tegenover hem zitten met een sluwe glimlach. Michael kreunde bijna toen hij die glimlach zag en hij wist dat ze iets wist. "Emily belde me gisteren," zei ze met een glimlach, "ze vertelde me over je toestand voordat ze de scheidingspapieren tekende."
Michael voelde zijn hart een slag overslaan. "Ben je hier dan om me te confronteren?"