Hoofdstuk 122 Boek 3 eenentwintig
Emily liep de volgende ochtend de trap af. Ze hoorde Chris brabbelen en wist dat hij al op was. Ze liep naar de keuken, waar zijn stem vandaan kwam, maar hoorde een gil. Ze keek op naar Hannah, die tegelijkertijd huilde en glimlachte. "U bent eindelijk terug, mevrouw."
"Hoe gaat het met je, Hannah?" vroeg Emily zachtjes. "Het gaat goed met me, mevrouw. Chris heeft je gemist."
Emily glimlachte en boog zich naar haar zoon, die al naar haar uitstak. Er verscheen een brede glimlach op zijn gezicht en haar ogen traanden. Ze had hem gemist, oh God, dat had ze gemist, maar ze hield zich altijd in als ze naar huis wilde gaan en hem wilde zien. Elena had hem vorige week bij haar gebracht, een dag voordat Michael terugkwam. Ze had gezegd dat hij zijn moeder riep, ook al kon hij niet duidelijk praten.